Tools voor volleybaltrainers

Clinic Vital Heynen voor de NVVO

Trainer:
Geplaatst op:

Op zaterdag 21 mei 2016 demonstreerde Vital Heynen een aantal oefeningen zoals hij ze vaak gebruikt tijdens zijn trainingen. Deze demonstratie was onderdeel van de VT4/5 clinic van de NVVO die hij dat weekend verzorgde met Bert De Cuyper.

Het geheel vormt dus geen echte training, maar is een verzameling van gerelateerde oefeningen.

1. "Silly Games"

1.1. Ieder een bal

Diagram van de volleybaloefening 'Ieder een bal'

Alle vier de spelers hebben een bal vast. A serveert onderhands naar B. B gooit zijn bal omhoog, passt de service naar C en vangt zijn bal. C gooit zijn bal omhoog, setupt de gepasste bal naar D en vangt zijn bal. D gooit zijn bal omhoog, smasht de setup van C en vangt zijn bal.

Na één succesvolle serie is de oefening afgelopen. Na elke mislukte serie draaien de spelers een plaats door.

Deze oefening is bedoeld als warming-up, dus er mag niet gesprongen worden.

Variaties:

  • B, C en D spelen de bal van A door hem te laten stuiten op hun eigen bal
  • A verzamelt alle vier de ballen. Ook de ballen die B, C en D in eerste instantie vasthebben worden na de eerste keer opgooien verder gespeeld.

1.2. Verzamelen

Diagram van de volleybaloefening 'Verzamelen'

A staat op een mat naast de ballenkar en serveert naar B. B passt, C setupt en D slaat de bal uit stand terug naar A. A moet de geslagen ballen vangen zonder mat te verlaten. Voordat hij een bal vangt, moet hij de volgende bal richting B serveren. A mag de ballen die hij vangt niet laten vallen of wegleggen, dus hij moet ze op één of andere manier vast zien te houden.

De oefening is afgelopen als A een afgesproken aantal ballen heeft vast kunnen houden. Als A een bal laat vallen, dan draaien de spelers een plaats door.

De oefening is bedoeld als warming up, dus er mag niet gesprongen worden.

1.3. Warming up met stoelen

Diagram van de volleybaloefening 'Warming up met stoelen'

A serveert onderhands, B passt de bal met één voet op de zitting van een stoel, C setupt en D slaat uit stand.

De oefening is afgelopen na één succesvolle serie. Na elke mislukte serie draaien de spelers een plaats door.
Variaties:

  • B passt de bal met een stoel en D valt aan met een stoel.
  • B, C en D spelen de bal elk met een stoel.
  • B, C en D spelen de bal elk met een stoel. A moet de geslagen bal al zittend op een stoel vangen.

1.4. Twee keer gericht slaan

Diagram van de volleybaloefening 'Twee keer gericht slaan'

A serveert onderhands naar B. B gooit zijn eigen bal omhoog, passt naar C en speelt de opgegooide bal naar D. C speelt een setup naar D. D valt aan op de setup van C en de bal van B. D slaat beide ballen gericht naar A, die deze ballen op moet vangen in twee omgekeerde pylonnen.

De oefening is afgelopen na de eerste succesvolle serie. Na elke mislukte serie wordt er doorgedraaid.

Deze oefening is bedoeld als warming up, dus er mag niet gesprongen worden.

1.5. Synchroonvolleybal als warming up

Diagram van de volleybaloefening 'Synchroonvolleybal als warming up'

A en B serveren tegelijkertijd en lopen het veld in om de geslagen bal te vangen. C en D passen diagonaal naar elkaar, setuppen diagonaal naar elkaar en slaan vervolgens uit stand naar A en B.

De oefening is afgelopen na één succesvolle serie. Na elke mislukte serie draaien de spelers een plek door.

Deze oefening is bedoeld als warming up, dus er mag niet gesprongen worden.

Variaties:

  • A en B vangen de geslagen bal in een omgekeerde pylon.
  • A en B spelen de bal met de voet over het net in plaats van met een service.

1.6. Gericht tippen

Diagram van de volleybaloefening 'Gericht tippen'

A serveert onderhands naar B. B gooit zijn bal omhoog, passt de service naar C en speelt vervolgens zijn opgegooide bal naar D. C setupt naar D. D tipt twee keer achter elkaar gericht naar A die met zijn rug naar het net toe aan het net is gaan zitten. A moet beide ballen zittend kunnen vangen.

De oefening is afgelopen na de eerste succesvolle serie. Na elke mislukte serie draaien de spelers een plaats door.

Deze oefening is bedoeld als warming up, dus er mag niet gesprongen worden.

1.7. Smash richting trampoline

Diagram van de volleybaloefening 'Smash richting trampoline'

A serveert onderhands, B passt, C setupt en D slaat de bal uit stand zodat die op de trampoline (T) stuit. D vangt de bal voordat die de grond raakt.

De oefening is afgelopen na de eerste succusvolle serie. Na een mislukte serie draaien de spelers een positie door.

Er mag niet gesprongen worden, want de oefening is bedoeld als warming up.

1.8. Pass in het net

Diagram van de volleybaloefening 'Pass in het net'

A serveert onderhands, B passt in het net, C setupt de bal die uit het net terug komt en D slaat de bal uit stand over het net.

De oefening stopt na de eerste succesvolle serie. Na elke mislukte serie draaien de spelers een positie door.

Er mag niet gesprongen worden, want de oefening is als warming up bedoeld.

1.9. Synchroon in het net passen

Diagram van de volleybaloefening 'Synchroon in het net passen'

A en B serveren tegelijkertijd onderhands naar C en D. C en D passen diagonaal in het net, setuppen de bal die uit het net terug komt naar elkaar en slaan allebei de ballen uit stand over het net.

De oefening is afgelopen na de eerste succesvolle serie. Na elke mislukte serie wisselen de spelers van positie.

Er mag niet gesprongen worden, want de oefening is als warming up bedoeld.

1.10. Tweezijdig synchroon in het net passen

Diagram van de volleybaloefening 'Tweezijdig synchroon in het net passen'

A en B serveren tegelijkertijd onderhands naar C en D. C en D passen de bal in het net. A en B setuppen de ballen die uit het net terugkomen naar C en D. C en D slaan de ballen uit stand over het net.

De oefening is afgelopen na de eerste succesvolle serie. Na elke mislukte serie wisselen de spelers van positie.

Er mag niet gesprongen worden, want deze oefening is als warming up bedoeld.

1.11. Slaan via de netrand

Diagram van de volleybaloefening 'Slaan via de netrand'

A serveert de bal onderhands naar B. B gooit zijn eigen bal omhoog, passt de service naar C en speelt daarna de opgegooide bal naar D. C setupt de bal van B naar D. D slaat de setup van C en de bal van B uit stand via de netrand naar de overkant.

De oefening stop na de eerste succesvolle serie. Na elke mislukte serie draaien de spelers een positie door.

Er mag niet gesprongen worden, want de oefening is als warming up bedoeld.

Variaties:

  • B heeft een paaltje vast en speelt de bal naar C met dit paaltje.
  • A heeft ook een paaltje vast. Hij speelt daarmee de door D geslagen bal achteruit. D moet deze val vangen voordat hij op de grond valt.

1.12. Service via de muur

Diagram van de volleybaloefening 'Service via de muur'

A serveert de bal onderhands via de muur naar de overkant. B of C passt de bal naar D. D geeft een setup naar degene die niet gepasst heeft. Deze speler slaat de bal uit stand over het net.

De oefening stopt na de eerste succesvolle serie. Na elke mislukte serie wordt er van positie gewisseld.

Er mag niet gesprongen worden, want deze oefening is bedoeld als warming up.

2. Warming-up op heel veld

2.1. Circuitje onderhands

Diagram van de volleybaloefening 'Circuitje onderhands'

De spelers spelen in tweetallen onderhands over en weer en verplaatsen zich over het veld. Ondertussen voeren ze de volgende opdrachten uit:

  • De bal moet stuiten op de stoel
  • De bal moet via het net gespeeld worden
  • De spelers moeten zich onder het bed door verplaatsen
  • De bal moet via het net gespeeld worden
  • De bal moet in de korf gespeeld worden

2.2. Chaos (6x6 met twee ballen)

Diagram van de volleybaloefening 'Chaos (6x6 met twee ballen)'

Team A speelt tegen team B. Beide teams serveren tegelijkertijd onderhands en spelen zes tegen zes totdat een van de teams een fout maakt.

De oefening is als warming up bedoeld, dus er mag niet gesprongen worden en alleen hard contact is toegestaan.

3. Twee tegen twee

3.1. Variaties op twee tegen twee

Diagram van de volleybaloefening 'Variaties op twee tegen twee'

Er wordt in teams van twee tegen elkaar gespeeld. Er mag niet gesprongen worden en alleen hard contact is toegestaan. De eerste bal wordt door middel van een onderhandse opslag in het spel gebracht.

Het winnende team gaat op de plek van team A staan (of blijft daar staan). Het verliezend team verplaatst zich naar de muur achter team A en sluit daarna achter de achterlijn bij team B aan.

Variaties:

  1. Elk team mag maar één contact maken.
  2. Elk team moet twee contacten maken.
  3. Elke speler heeft een bal vast, waarmee de andere bal (de wedstrijdbal) gespeeld moet worden.
  4. Iedereen heeft een bal vast. Deze bal wordt opgegooid op het moment dat de andere bal (de wedstrijdbal) gespeeld wordt.
  5. Elk team heeft een extra bal op de grond, die door het team in beweging gehouden moet worden.
  6. Elk team heeft één bal. De bal die van de tegenstander komt wordt gevangen. Vervolgens wordt er met de eigen bal verder gespeeld.
  7. Eén van de spelers van elk team heeft een stoel vast. Eén contact met de stoel is verplicht. Er mogen maximaal twee contacten per team gemaakt worden.

3.2. "Denkspelletjes" twee tegen twee

Diagram van de volleybaloefening '"Denkspelletjes" twee tegen twee'

De teams spelen twee tegen twee. De eerste bal wordt met een onderhandse service in het spel gebracht. Er mag niet gesprongen worden en alleen hard contact is toegestaan.

Het team dat wint neemt de plaats van team A in (of blijft op die plaats staan). Het verliezende team verplaatst zich naar de muur achter team A en sluit achter de achterlijn bij team B aan.

Een team verliest als het de rally verliest of als het zich niet aan de opdracht kan houden.

Variaties:

  1. Elk team moet in totaal een bepaald aantal armen gebruikt hebben om de bal weer naar het andere team te spelen. Onderhands spelen = twee armen. Aanvallen = één arm.
    1. De teams gebruiken achtereenvolgens vier armen, drie armen, twee armen en één arm.
    2. Elk team moet elke keer zeven armen gebruiken.
    3. De teams moeten het aantal armen dat hun tegenstander heeft gebruikt aanvullen tot zeven.
  2. Beide contacten van een team moeten op dezelfde speelhelft plaatsvinden.
  3. Eén contact moet binnen de driemeterlijn plaatsvinden; het andere erbuiten.
  4. Elk team heeft een Golden Ball onder het shirt van één van de teamleden. Daarmee mag je een tegenstander afgooien.

3.3. Van Harskamp

Diagram van de volleybaloefening 'Van Harskamp'

Er wordt twee tegen twee gespeeld. Elk team moet zijn laatste bal ("de aanval") van kant A naar kant B spelen. Beide teams zijn dus verplicht om steeds onder het net door te lopen terwijl ze de bal binnen het team overspelen.

Er mag niet gesprongen worden en hard contact is verplicht. De eerste bal wordt met een onderhandse service in het spel gebracht. Elk team mag maximaal drie contacten maken.

3.4. Gesplitste teams

Diagram van de volleybaloefening 'Gesplitste teams'

Er wordt twee tegen twee gespeeld, waarbij de teamleden tegenover elkaar aan weerszijden van het net staan. Team A staat aan de linkerkant van het veld en team B staan de rechterkant. Er mogen maximaal twee balcontacten gemaakt worden per team. De bal moet steeds over het net naar de tegenstander gespeeld worden.

Er mag niet gesprongen worden en hard contact is verplicht. De eerste bal wordt met een onderhandse service in het spel gebracht.

Variatie:

De teamleden staan diagonaal ten opzichte van elkaar aan weerszijden van het net.