Tools voor volleybaltrainers

Side out

Trainer:
Geplaatst op:

Dit was de eerste en enige training voor de eerste oefenwedstrijd van het seizoen, vandaar dat het grootste deel van de training besteed werd aan het doorlopen van alle rotaties in verschillende teamsamenstellingen.

1. Warming up

1.1. Dynamisch rekken

Meestal begin ik de warming up met de Movement Prep oefeningen die ik lang geleden geplaatst heb. Op een gegeven moment wordt dat saai. In het volgende filmpje zie je 21 dynamische rekoefening waarmee je een warming ook kunt beginnen.

  1. Downward dog to runner's lunge
  2. Inchworm
  3. Dynamic Squat Stretch
  4. Crescent to Hamstring Stretch
  5. Half Kneeling Hip to Hamstring Stretch
  6. World’s Greatest Stretch
  7. Half Kneeling Thoracic Rotation
  8. Kneeling Thoracic Rotations
  9. Wringing out the Towel
  10. Child’s Pose with Reaches
  11. Side to Side Lunge with Reach
  12. Standing Calf and Hamstring Stretch
  13. Pigeon Pose with Circles
  14. Hamstring and Thoracic Rotation
  15. Squat Push Up
  16. Hurdles
  17. Kneeling Lat and Thoracic Extension Stretch
  18. Side to Side Lunge with Step
  19. IT Band Stretch
  20. Walking Quad Stretch
  21. Suspension Trainer Chest Stretch

1.2. "Denkspelletjes" twee tegen twee

Diagram van de volleybaloefening '"Denkspelletjes" twee tegen twee'

De teams spelen twee tegen twee. De eerste bal wordt met een onderhandse service in het spel gebracht. Er mag niet gesprongen worden en alleen hard contact is toegestaan.

Het team dat wint neemt de plaats van team A in (of blijft op die plaats staan). Het verliezende team verplaatst zich naar de muur achter team A en sluit achter de achterlijn bij team B aan.

Een team verliest als het de rally verliest of als het zich niet aan de opdracht kan houden.

Variaties:

  1. Elk team moet in totaal een bepaald aantal armen gebruikt hebben om de bal weer naar het andere team te spelen. Onderhands spelen = twee armen. Aanvallen = één arm.
    1. De teams gebruiken achtereenvolgens vier armen, drie armen, twee armen en één arm.
    2. Elk team moet elke keer zeven armen gebruiken.
    3. De teams moeten het aantal armen dat hun tegenstander heeft gebruikt aanvullen tot zeven.
  2. Beide contacten van een team moeten op dezelfde speelhelft plaatsvinden.
  3. Eén contact moet binnen de driemeterlijn plaatsvinden; het andere erbuiten.
  4. Elk team heeft een Golden Ball onder het shirt van één van de teamleden. Daarmee mag je een tegenstander afgooien.

2. Kern

2.1. Alle rotaties doorlopen

Diagram van de volleybaloefening 'Alle rotaties doorlopen'

Team A doorloopt alle zes de rotaties. Alleen team B serveert. Er wordt pas een positie doorgedraaid als team A twee keer achter elkaar gescoord heeft op de service van team B. Als team A alle rotaties doorlopen heeft, veranderen de teams van samenstelling.

Het aantal spelers in team B is afhankelijk van de opkomst tijdens je training. Als team B uit maar twee spelers bestaat, zou je de regels voor team A aan kunnen passen om toch nog rallies te laten ontstaan. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om team A de eerste bal van de rally verplicht achter de drie te laten aanvallen.

2.2. Scoren op free ball

Twee gelijkwaardige teams spelen tegen elkaar. Team A begint met serveren. Het team dat de rally wint, krijgt een serie free balls van de trainer. Voor elke rally die ze winnen, verdienen ze een punt en krijgen ze een nieuwe free ball. Dit blijft zo doorgaan totdat ze een rally verliezen. Vervolgens serveert team B en gaat de oefening op dezelfde manier verder.

Team A en team B serveren dus om en om. Ze kunnen alleen punten verdienen door een rally te winnen die begint met een free ball van de trainer.