Trainer rolt ballen naar hoek van het veld, speler rent zo snel mogelijk naar de bal en raakt hem aan. Moment van aanraken is start volgende bal naar de andere hoek rollen.
Als een speler te laat is, moet hij proberen met een duik de bal nog te raken.

Tweetallen, zijwaarts verplaatsen (lage verplaatsing bij onderhandse bal) en bal spelen.
Willekeurig moment van aangooien, de andere speler volgt en speelt aangegooide bal terug.
Boven en onderhands of verdedigingsbal.

Bal aangooien over speler heen, die na stuit de bal verdedigt. Bal zo veel mogelijk recht omhoog spelen in de verdediging.

Start van achter de pion en links en recht de aangegooide ballen passen naar afvanger op 2/3 door steeds om de pion te lopen.
Tweede afvanger geeft bal aan.
Na 10 ballen wisselen. Oefening aan 1 of 2 kanten van het net.
Hoog tempo!

...

Aanvaller gooit bal voor zichzelf op en slaat rechtdoor (in blok).
Blokkeerder reikt over net met handen naar midden gericht om de bal te blokken.

...

Vervolg oefening op behendigheid
Pass en doorlopen naar 3m-lijn (aantikken)
Hoog tempo.
Afvangers zorgen voor de ballen in de ballenbak en/of aangeven aan trainer.

Aanval op pos. 4 in blok
Trainer gooit ballen aan naar 2/3, aanvaller slaat gericht in blok.
Aandacht voor positie blok, handen (indraaien en over net) en aansluiten middenman.

...

Gericht serveren
Serveren waar de passer niet staat (links of recht naast de pass positie.
Pass op middelste 1/3e deel van het veld.
Posities vast en na x ballen wisselen van plek.

...

Verdediging met verplaatsing op hoog tempo
Twee drietallen: 1 speelt en het andere drietal verzamelt ballen. Wissel na 30 ballen.
Trainer gooit ombeurten links en recht ballen aan. Reserves halen ballen op.

...

Severen met een verplaatsing in het veld.
Service tussen, voor of achter matten, NIET erop.

Na service een pass naar net op aangespeelde bal (na de service neem je deel aan het spel en maak je een actie).

...